Dat de mens het natuurlijke verloop van de evolutie kan misleiden, zien we hier bij deze groep zuileiken. De Zuileik is een bijzondere mutatie van onze gewone Zomereik. Daarvan bent u gewend dat het een boom is met een breed uitstoelende kroon. Maar deze exemplaren hebben de takken allemaal bijna verticaal staan en zo vormen ze tezamen een zuilvormige kroon.
Planten verschillen sterk van dieren in het kunnen overleven van heel veel mutaties tijdens hun leven. Het genoom van een individuele plant is veel onstabieler dan dat van een dier. Veel mutaties binnen een plant blijven voor ons onzichtbaar, want hebben geen effect op het uiterlijk van de plant, maar soms ontstaat er aan een plant een afwijkende stengel, of blad. Aan een plant kan bijvoorbeeld ineens een tak ontstaan, waarvan de bladeren geel geschakeerd zijn. Dergelijke bontbladigheid verslechtert de opnamecapaciteit van lichtenergie door de plant, omdat bladgroen ineens deels afwezig is. Maar omdat de rest van de plant nog veel bladgroen bevat, gaat hij niet zomaar dood. Die ene tak is niet essentieel voor het voortbestaan van de hele boom. De mens is geïnteresseerd in dergelijke afwijkingen en zo zijn veel van dit soort gemuteerde takken van bomen gehaald en als stek behandeld, zodat daaruit planten konden ontstaan die helemaal bontbladig zijn. Zolang er maar voldoende bladgroen is en de mens de mutant beschermd, zal hij overleven. Ook mutaties die meteen in zaailingen zichtbaar zijn, worden vaak door mensen uitgeselecteerd en in kwekerijen doorgekweekt. Omdat evolutie, zoals beschreven door Darwin geen vrije invloed meer heeft op deze afwijkers en ze niet kan uitwieden vanwege hun zwakte, blijven ze bestaan, zij het in de directe invloedssfeer van de mens. Dit fenomeen heet onnatuurlijke selectie als contrast met het begrip “natuurlijke selectie”, waardoor evolutie gedreven wordt in de vrije natuur. Dergelijke menselijke selecties die de moeite van het bewaren waard zijn noemen we cultivars afgeleid van het woord cultuurvariëteit. De Zuileik is zo’n cultivar.
De moederboom met de zuilvormige vormafwijking werd in de 18e eeuw ontdekt bij het Duitse plaatje Harreshausen en staat daar tot op de dag van vandaag. Van die boom werden in de eeuwen daarna vaak stekken genomen en zo kwamen vele honderden exemplaren bij kwekers. Hoewel de exacte herkomst van onze exemplaren niet gedocumenteerd is, is de vorm van de bomen zodanig dat het wel bijna zeker is dat ook zij van deze moederboom afstammen. En zo zijn onze zuileiken cultureel erfgoed geworden, want de mens heeft deze zuileiken in zijn eigen wereldje opgenomen als laanboom en beschermt de oorspronkelijke genetische structuur van de oude moederboom door steeds nieuwe individuen te produceren via stek, die genetisch vrijwel exact gelijk zijn aan de moederboom. Cultivars krijgen vaak een derde naam achter de wetenschappelijke en dat is in dit geval de term ‘Fastigiata’ wat zuilvormig betekent. Daarmee wordt de volledige naam van de zuileik: Quercus robur ‘Fastigiata. In de collectie van het Bomenmuseum komen veel cultivars van allerlei bomen en struiken voor, want Von Gimborn vond al die speciale afwijkingen wel interessant.